Dit heeft verschillende oorzaken. Denk bijvoorbeeld aan de toegenomen wet- en regelgeving, ondanks het nobele streven naar deregulering. Blijkbaar leidt – vanuit wantrouwen – dereguleren tot extra reguleren. De zorg is zo ver door-gereguleerd, dat ze voor patiënten soms wordt geregeld vanuit meerdere wetten. Zorg wordt dan verschillend georganiseerd, geleverd én bekostigd. Neem thuiswonende patiënten die gelijktijdig te maken hebben met de Zorgverzekeringswet en de Wet maatschappelijke ondersteuning, elk met een eigen ‘loket’. Dat komt de continuïteit van zorg niet ten goede.
Daar komt bij dat mensen steeds ouder worden en daarom meer kans lopen op meerdere aandoeningen tegelijk. Zij zien dus een aantal behandelaars. Die hebben bovendien de neiging zich steeds verder te specialiseren. Goede onderling afstemming wordt daardoor steeds lastiger, en ook dát komt de continuïteit van zorg niet ten goede.
Verder werken steeds meer zorgverleners parttime. Dat verkleint de kans dat een patiënt regelmatig dezelfde behandelaar of verpleegkundige ziet. Om daar de ongewenste gevolgen van te voorkomen is vaker een overdracht van gegevens nodig. Al met al: de zorg wordt slechter en bovendien duurder.
In dit nummer van TvZ gaan we dieper in op continuïteit van zorg. We belichten verschillende thema’s. Spoiler: er worden geen complete oplossingen aangedragen. De versnippering in de zorg lijkt een soort wicked problem te worden, waarbij niemand in staat is het tij te keren. Althans, niet in zijn of haar eentje. Kenmerk van dergelijke problemen is dat de mogelijke oplossing altijd ligt in de stap naar transprofessioneel handelen. Niet de verpleegkundigen alleen, of de huisartsen, de overheid of de zorgverzekeraars. Maar wél in gezamenlijkheid. Wie zet de eerste stap?