Auteursrichtlijnen

Richtlijnen auteurs TvZ

Algemeen

Voor wie schrijf ik het artikel?

TvZ wordt gelezen door een brede groep: van hbo-verpleegkundigen tot verplegingswetenschappers werkzaam in de AGZ, Psychiatrie en MGZ. Het merendeel is bekend met wetenschappelijk jargon. Met het oog op de leesbaarheid is het desondanks raadzaam veel wetenschappelijk taalgebruik te vermijden.

Hoeveel woorden mag het artikel bedragen?

Op een pagina is plaats voor circa 550 woorden. Dit is inclusief de referenties, tabellen en figuren. Opinieartikelen mogen maximaal 550 woorden lang zijn, algemene artikelen en onderzoeksartikelen 1100 tot 1550 woorden.

Hoe wil de redactie het artikel ontvangen?

Als Word-document. In het Word-document kan het volgende worden verwerkt: de ‘platte tekst’ en eenvoudige tabellen, grafieken en figuren die zijn opgemaakt in Word.

Het Word-document moet zonder opmaak worden aangeleverd. Concreet: maak geen passages bold, cursief, onderstreept of gekleurd. Hanteer consequent hetzelfde lettertype en dezelfde lettergrootte. Plaats bijvoorbeeld geen lijnen om kaders, plaats geen voetnoten en eindnoten, etc.

Heb je een idee/verzoek op het vlak van vormgeving? Vermeld dit dan in de lopende tekst tussen [vierkante] haken.

Bijvoorbeeld: [diagram 1 plaatsen na deze alinea].

Waarheen stuur ik het artikel?

E-mail het Word-document naar: redactie.tvz@bsl.nl.

Met wie kan ik overleggen over mijn artikel, bijvoorbeeld als ik wil weten of het onderwerp van mijn artikel geschikt is voor TvZ?

Neem contact op met de redactiecoördinator van TvZ, Lianne van der Meer, via Lianne.vandermeer@bsl.nl.

Wie beoordeelt of het artikel wordt geplaatst?

De vakredactie beoordeelt of een aan TvZ aangeboden artikel wordt geplaatst. De artikelen worden beoordeeld op beroeps- en vakinhoudelijke relevantie en accuratesse. Nadat de bijdrage is ontvangen, krijg je een bevestiging per e-mail. Na de beoordeling ontvang je opnieuw bericht of het geplaatst kan worden (al of niet met wijzigingen)

Is de uiteindelijk in TvZ gepubliceerde versie dezelfde als de versie die ik heb ingeleverd bij de redactie?

Artikelen worden beoordeeld en bewerkt door de hoofdredactie en eindredactie. Er wordt onder meer gekeken naar de stijl, grammatica, lengte en leesbaarheid/toegankelijkheid.

Bij wie berust het copyright op mijn artikel?

Wanneer je een manuscript inzendt, draag je het recht van publicatie over aan TvZ. Een artikel wordt niet gepubliceerd als het tegelijkertijd is aangeboden aan een ander tijdschrift. Tot het moment dat de definitieve proefdruk wordt gemaakt, heeft/hebben de auteur(s) het recht toestemming voor publicatie in te trekken en zo de publicatie te voorkomen.

Kunnen foto’s, grafieken of figuren worden geplaatst bij het artikel?

Ja. Illustraties moeten altijd functioneel zijn. Let op: als een foto, grafiek of figuur wordt geplaatst, is er minder ruimte voor tekst. Een foto, grafiek of diagram neemt zeker 150 woorden in beslag.

Hoe lever ik tabellen, grafieken en figuren aan die niet zijn opgemaakt in Word?

Dit zijn bijvoorbeeld ‘jpg’- of ‘gif’-bestanden. Lever deze apart aan als origineel bestand. Vermeld in het Word-document waar op de vorm te geven pagina’s dit bestand moet worden geplaatst. Vermeld dit in de lopende tekst tussen [vierkante] haken.

Bijvoorbeeld: [figuur 1 plaatsen na deze alinea].

Aan welke criteria moet een foto of illustratie voldoen?

  • Als collega’s, patiënten of anderen herkenbaar zijn, moeten zij toestemming voor publicatie geven.
  • Plaats in het Word-document een fotobijschrift.
  • De kwaliteit van een digitale foto moet 300dpi zijn.

Waaraan moet ik verder denken bij illustraties (foto’s, grafieken, formules, figuren, tekeningen etc.)?

  • Markeer in het Word-document tussen [vierkante] haken waar de figuur ongeveer moet worden opgenomen, bijvoorbeeld: [Fig. 1: Meerjarenoverzicht 1980-1990].
  • Bij materialen van anderen of reeds eerder gepubliceerde illustraties dien je de bron te vermelden en toestemming te vragen aan de rechthebbende.
  • Illustraties op internet kunnen en mogen vaak niet worden gebruikt. Dit heeft te maken met het copyright (eigenaar vaak onbekend) en de zeer lage resolutie. Internetbeelden hebben vaak slechts 72 dpi, terwijl voor drukwerk een resolutie nodig is van 300 dpi..

Tekst algemeen

Hoeveel woorden kan de kop boven het artikel bedragen?

Streef naar een bondige kop. Bij voorkeur bedraagt de kop maximaal vier woorden.

Wat vermeld ik over mezelf als auteur?

Voornaam, achternaam, functie en organisatie. Als het artikel is geschreven door verschillende auteurs, vermeld dan van iedereen de voor- en achternaam, functie en organisatie.

Hoeveel woorden kan de inleiding bedragen?

De inleiding bedraagt maximaal 40 woorden. De inleiding is bedoeld om de aandacht van de lezer op het artikel te vestigen, om de lezer te prikkelen het artikel te gaan lezen. Beschrijf in twee of drie zinnen het onderwerp, de context waarbinnen het onderwerp moet worden gezien en wat de relevantie van het onderwerp is.

Gebruik ik tussenkopjes in de hoofdtekst?

Ja. Een tussenkopje moet op één regel passen; dat betekent dat een tussenkopje bestaat uit maximaal drie niet al te lange woorden. Probeer tussenkopjes te maken die de lezer prikkelen verder te lezen.

Hoe sluit ik het artikel af?

Sluit af met een conclusie en/of beschouwing.

Hoe verwijs ik naar literatuur?

Hanteer de standaard Vancouver. Hierbij gebruik je eindnoten en superscript.

  • In het artikel. In het artikel plaats je in superscript de voetnootverwijzing ná de punt waarmee je de betreffende zin afsluit, zoals aan het eind van deze zin.1 Je werkt in het Word-document dus niet met voetnoten. Beperk het aantal verwijzingen tot maximaal tien.

Bij een verwijzing naar verschillende bronnen tegelijkertijd, scheid je de opeenvolgende nummers met een koppelteken (2-3) en niet-opeenvolgende nummers met een komma (2,6).

  • Ná het artikel. Bij Vancouver verwijzen de nummers in de tekst naar de lijst van aangehaalde werken aan het eind van de publicatie. De titels in deze referentielijst worden niet alfabetisch geordend, maar in de volgorde waarin ze in de tekst aan de orde komen. Maak na het artikel een kopje ‘Referenties’, gevolgd door de bronnen waarnaar is verwezen in het artikel.

Is het artikel geschreven door verschillende auteurs? In TvZ vermelden we de namen van maximaal drie auteurs, gevolgd door ‘e.a.’ (en dus niet ‘et. al.’).

Bijvoorbeeld:

Referenties

Bij titel boek met 1 auteur.

  1. Bakker CL. De natuur gaat achteruit. Meppel: Boom; 1989. p. 213.

Bij titel boek met meer dan 1 auteur.

  1. Meerloo M van, Wiersma S & Scholeksters. Groningen: Johan Jansen; 2002. p. 723.

Bij titel tijdschriftartikel.

  1. Sande T. van der. Verzekeringen noteren genetische effecten. Zeno 1993; 2: 10-12.

Bij titel tijdschriftartikel met meer dan 3 auteurs.

  1. Singh AS, Mulder C, Twisk JW, e.a. Tracking of childhood overweight into adulthood: a systematic review of the literature. Obes Rev. 2008;9:474-88.

Online bron.

  1. Putten S van. Werkgelegenheid en risico’s beheersen het debat over biotechnologie. Internet site Europese gemeenschap 1997. www.dds.nl/~ecbn/europa_van_morgen/archief/evm_nr7/bio.htm.

Voor meer informatie over de Vancouver-eisen: www.rug.nl/language-centre/communication-training/academic/hacv/handboek/schriftelijk/student/bronnen-literatuur/vancouver

Hoe plaats ik eenvoudige tabellen, grafieken en figuren die zijn opgemaakt in Word?

Behalve platte tekst kan het Word-document één of meer tabellen, grafieken of figuren bevatten. Het gaat dan om eenvoudige tabellen, grafieken en figuren die zijn gemaakt in Word. Een voorbeeld is de tabel hieronder. Met de functie ‘tabel’ in Word kun je een eenvoudige tabel verwerken in het tekstbestand.

Omzet in miljoenen guldens 1990 1995
Boeken 15 20
Cd-roms 0,8 1,9

 

  • Is een tabel, grafiek of figuur ingewikkelder? Neem deze dan op in een apart bestand. Nummer doorlopend: bijvoorbeeld ‘tabel 1’, ‘tabel 2’ (zie ook verderop in dit document).
  • Naar iedere tabel wordt verwezen in de lopende tekst. Doe dit door ‘(zie tabel 1)’ op te nemen in de lopende tekst.
  • Een bijschrift van een tabel kan op de juiste plaats in het tekstbestand worden opgenomen. Plaats het bijschrijft tussen twee witregels.
  • Wil je naar de bron van de tabel verwijzen? Doe dit met een literatuurvolgnummer in superscript. De bron waarnaar wordt verwezen, vermeld je in de literatuurlijst aan het einde van het artikel.

Specifieke rubrieken

Artikelen over onderwijs of management binnen de verpleegkunde

Lengte: maximaal 1550 woorden. De auteur beschrijft onderwijs- of managementonderwerpen die de verpleegkunde aangaan.

Bijdrage verpleegkundige praktijk

Lengte: maximaal 1550 woorden. Artikelen over de verpleegkundige praktijk gaan over de totale zorg – of een onderdeel daarvan – aan een patiënt of patiëntencategorie of over de uitoefening van een specifieke functie als verpleegkundige. De auteur beschrijft kort (en geanonimiseerd) de patiënt en zijn toestand of de verpleegsituatie. In het artikel moet duidelijk worden hoe de zorg werd gepland en waarom dat zo gebeurde. De auteur beschrijft kort relevante gegevens/ontwikkelingen en sluit het artikel af met een beschouwing/conclusie. Wanneer het over een specifieke functie gaat (bijvoorbeeld kwaliteitsverpleegkundige) moet duidelijk worden wat deze functie heeft bijgedragen aan kwaliteit van zorg en hoe deze georganiseerd is.

Bijdrage onderzoek

Lengte: maximaal 1550 woorden. Je deelt het artikel als volgt in:

  • Titel.
  • Inleiding.
  • Beknopte omschrijving van doel, materiaal en methode van onderzoek.
  • Resultaten.
  • Discussie: hier dient de begrenzing van het werk of de analyse te worden aangegeven, zeker als het om een klein onderzoek gaat waarbij geen statistische analyse mogelijk was. Vervolgens worden de implicaties voor de verpleegkunde besproken en aanbevelingen voor verder onderzoek gedaan.
  • Literatuurverwijzing.
  • Sluit af met een puntsgewijze samenvatting van maximaal 100 woorden.
  • Bij een onderzoeksbijdrage worden de naam en het e-mailadres geplaatst van de auteur of een van de auteurs. Dit biedt lezers van TvZ de mogelijkheid over het artikel te corresponderen met de vermelde auteur.

 Opinie

Je geeft je mening over zaken die de verpleging of de beroepsgroep betreffen. Een opiniërende bijdrage is kort en bondig: maximaal 550 woorden. Je leidt het onderwerp in, legt uit waarom je erop wilt ingaan en neemt vervolgens een beargumenteerd standpunt in. Bij ‘opinie’ kan het ook gaan om een ingezonden brief als reactie of aanvulling op een eerdere publicatie in TvZ.

Toepassing in de praktijk

In deze rubriek beschrijf je een implementatie- of onderzoeksproject in de praktijk. Het artikel bedraagt 1550 woorden. Sluit het artikel af met een puntsgewijze samenvatting van maximaal 100 woorden. Je kunt desgewenst een beeld aanleveren.

  • Beschrijf het implementatie- of onderzoeksproject aan de hand van de volgende onderdelen:

Evidence

  • Wat wordt onderzocht of geïmplementeerd (kennis, interventie, werkwijze, protocol, richtlijn) en hoe wordt dit omschreven?
  • Wat is de evidence voor de het onderzoek/ de implementatie? Wat is de sterkte van de evidence? Is gebruikgemaakt van verschillende bronnen van evidence (wetenschappelijke, professionele en ervaring patiënt)?
  • Wat wil je bereiken (kennis genereren, kennisoverdracht, implementatie of bestendiging)? Voor implementatie geldt dat SMART-doelen op verschillende niveaus en termijnen kunnen worden beschreven. Wat is de betekenis op verschillende niveaus in de verschillende lagen in de organisatie (bestuur, management, beleidsmakers, directe uitvoerders)?
  • Wat zijn de resultaten? Welke verbeteringen zijn geboekt of zijn te verwachten? Hoe werkt het?
  • Hoe wordt de nieuwe kennis toegepast of de implementatie geëvalueerd?

Belanghebbenden (stakeholders)

  • Wie moet betrokken zijn bij de opzet en uitvoering van de activiteiten?
  • Wie zijn de (potentiële) gebruikers van de resultaten van het onderzoek?
  • Voor welke doelgroep is het resultaat wanneer relevant en voor wie zijn er mogelijke nadelen (patiënten, hulpverleners, management etc.)?
  • Is er al draagvlak gecreëerd voor het gebruik van de resultaten en hoe is dat gedaan?

Context

  • In welke context speelt het zich af? Geef een beschrijving van de omgeving en de context waarbinnen de resultaten van dit project een plek kunnen/moeten krijgen (cultuur, leiderschapsstijl, beschikbaarheid evaluatiesystemen).
  • Wat zijn de kansen en belemmeringen voor het (toekomstige) gebruik van de resultaten van dit project? (Is er al vraag naar de resultaten, zijn er al weerstanden?) In context/evidence/facilitering.
  • Welke samenhang is er met andere ontwikkelingen?

Facilitering

  • Welke activiteiten (hulpmiddelen, tools) kunnen worden gebruikt om de resultaten te verspreiden, implementeren of bestendigen? Is er sprake van een moderne vorm van leren (informatief, motiverend, educatief, faciliterend etc.)?
  • In hoeverre kan de verandering nog worden aangepast?
  • Is er sprake van interne of een externe facilitator? Hoe intensief is het contact met de facilitator?

Proefschriften

Een promovendus beschrijft in 300 woorden zijn proefschrift. Het gaat om een proefschrift van een verpleegkundige of een proefschrift dat relevant is voor verpleegkundigen. De promovendus beantwoordt de volgende standaardvragen:

  • Wat is de vraagstelling van je proefschrift?
  • Wat zijn je belangrijkste bevindingen?
  • Wat betekent dit voor de praktijk?

Vermeld aan het eind van het artikel je voor- en achternaam, de titel van je proefschrift, kennisinstelling en naam en jaar van promotie.

Bij de publicatie wordt een afbeelding van het proefschrift geplaatst. Lever een afbeelding van de cover van het proefschrift aan volgens de criteria die eerder in dit document zijn genoemd na de vraag Aan welke criteria moet een foto of illustratie voldoen?

Kritisch bekeken

Lengte: maximaal 1100 woorden (inclusief literatuurlijst). De rubriek ‘Kritisch bekeken’ bevat een critical appraisal van een voor verpleegkundigen relevant wetenschappelijk artikel dat is gepubliceerd in een internationaal peer reviewed tijdschrift.

  • Gebruik de volgende kopjes in het artikel: Context, Doelstelling, Methode, Resultaten en Beschouwing (zijn er sterke en zwakke punten, in hoeverre zijn de resultaten toepasbaar in Nederland?).
  • Sluit af met een conclusie van maximaal 150 woorden. In de conclusie geef je aan wat verpleegkundigen/professionals met dit onderzoek kunnen in de praktijk. De conclusie wordt in een apart kader geplaatst.
  • De auteur geeft de kwaliteit van het artikel aan met +jes. De auteur kan maximaal vijf +jes geven; dit is de hoogste waardering. Is het artikel bijvoorbeeld drie +’jes waard? Vermeld dan: Rating ***.

Rubriek ‘Studentenrubriek’

Lengte: 500 woorden. In deze rubriek wordt een excellent afstudeeronderzoek van een bachelor of Masterstudent uitgelicht.

  • Beschrijf wie je bent, waar je werkt, vanuit welke opleiding je de opdracht uitgevoerd hebt en tijdens welke periode (ongeveer 50 woorden).
  • In het artikel gebruik je de volgende kopjes: praktijkprobleem, methode, resultaten en toepassing in de praktijk. Het praktijkprobleem houdt bij voorkeur verband met de lokale praktijk waar het onderzoek is verricht.
  • Gebruik een actieve schrijfstijl, zonder gebruik van referenties. Dit vergroot de leesbaarheid.
  • Lever een foto aan van jezelf. Voor de criteria: zie eerder in dit document de vraag Aan welke criteria moet een foto of illustratie voldoen?

De meetlat

Lengte: maximaal 1000 woorden. In deze rubriek beschrijft de auteur kort en overzichtelijk de highlights van een onderzoeksdesign of theorie. Beschrijf de kenmerken van het design of de theorie, de voor- en nadelen en indien van toepassing de kwaliteitscriteria.