Bij elke verandering die vraagt om aanpassing van gedrag wordt het onderwerp ‘weerstand’ genoemd. Meestal als negatief aspect dat lastig en vertragend is. Laatst op een congres hoorde ik een heel andere kijk op weerstand. Die deel ik graag met jullie.
Weerstand is een gezonde reflex van mensen op een beoogde gedragsverandering en ontstaat wanneer hun perspectief onvoldoende is meegenomen in de planvorming. Herkenbaar, niet? Weerstand is daarmee een gratis handreiking aan planmakers dat een stap werd gemist. Dus: pas op de plaats én contact maken met de ‘weerstanders’.
Niet overtuigen, maar luisteren en proberen het perspectief van die ander te begrijpen. En dat is best moeilijk, want in de hijgerige omgeving van beoogde verandering wordt dit als belemmerend en vertragend gezien. Project loopt uit, kost extra geld. Jammer, want juist in de aandacht voor het andere perspectief komen de gratis implementatiesuggesties voor een kansrijk vervolg.
Vergelijk het met het leefstijladvies aan een patiënt, waarbij altijd gedragsverandering in het spel is, groter of kleiner. Als zorgverleners proberen we al informerend en verkennend met ons advies aan te sluiten bij het perspectief van de patiënt. Samen willen we tot een maatoplossing komen voor toepassing in zijn dagelijks leven.
Dat vergroot de kans op gedragsverandering. En de term ‘therapieontrouw’ vermijden we tegenwoordig liever vanwege de beschuldigende klank richting patiënt. Kunnen we voor het woord ‘weerstand’ dan ook een andere term bedenken? Iemand een idee?
En wat die vermeende vertraging in de verandervoortgang betreft; een kippenei doet er vier uur over om gelegd te worden, maar het duurt 21 dagen eer het kuiken uit het ei komt. Neem deze laatste gedachte mee in project of verandering. Vertraag, en praat met elkaar om uiteindelijk samen in wandeltempo door te gaan. En aan de ‘weerstanders’: blijf ‘ja-maar’ zeggen tot het je duidelijk is en je kunt gaan meebewegen.
Jacqueline de Leeuw is Chief nursing information officer, Radboudumc, Nijmegen