Bijna 11.000 verpleegkundigen en verzorgenden deden mee aan de peiling. De meest genoemde motivatie om te leren is: up-to-date blijven, kennis verdiepen en veilige zorg leveren. Wat zijn barrières om dit te realiseren? 42 procent zegt dat er vanwege de hoge werkdruk nauwelijks tijd is om te leren en zich te ontwikkelen. Andere grote belemmeringen zijn de duurte van scholingen (37 procent) en onvoldoende scholingsbudget (21 procent).
Grote honger
Bianca Buurman, voorzitter van V&VN, zegt naar aanleiding van de resultaten: ‘Na twee jaar crisis moet er weer tijd en ruimte komen voor leren en ontwikkelen. Dat is ontzettend belangrijk. Er is een grote honger onder verpleegkundigen en verzorgenden om te leren en te ontwikkelen. Maar de middelen zijn te beperkt en werkgevers bieden te weinig ruimte om onder werktijd scholingen te volgen.’
Buurman vervolgt: ‘Daarom is V&VN voorstander van de invoering van een individueel scholingsbudget van minstens 1.500 euro per jaar voor alle verpleegkundigen en verzorgenden. Waar zij zélf over kunnen beslissen.’
BIG-register
Opvallend: slechts iets meer dan de helft (53 procent) van de ondervraagde verpleegkundigen en verzorgenden is het ermee eens dat deskundigheidsbevordering een eis moet worden bij herregistratie in het BIG-register. Terwijl volgens 67 procent van de verpleegkundigen een wettelijke verplichting wel kan bijdragen aan betere zorg en volgens 59 procent aan het aanzien van het beroep. Het kan er ook toe leiden dat verpleegkundigen meer activiteiten ondernemen om hun deskundigheid en bekwaamheid te vergroten (69 procent). Een kanttekening: bijna twee derde denkt dat een verplichting resulteert in meer administratief werk.
Aan de slag
Buurman: ‘De steun onder verpleegkundigen voor wettelijke verankering is smal. Het draagvlak voor een individueel scholingsbudget is veel breder. Dat is logisch: een scholingsbudget werkt niet alleen voor verpleegkundigen, maar ook voor verzorgenden. Daar gaan we de komende tijd mee aan de slag.”
Hier vind je meer resultaten van de peiling en de uitgebreide reactie van Buurman.