Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Beperkte bezoektijden ziekenhuis niet meer van deze tijd’

gerben
Schaf in ziekenhuizen de standaardbezoektijden van twee keer drie kwartier af. Familieleden en mantelzorgers moeten langer en vaker bij hun naaste kunnen zijn, zegt lector Anne Eskes.

‘Het past niet meer in deze tijd om de bezoektijden van een ziekenhuis te beperken tot pakweg ’s middags van twee uur tot kwart voor drie en ’s avonds van zeven uur tot kwart voor acht.’ Anne Eskes, bijzonder lector Patiënt- en Familieparticipatie in de Klinische Zorg, voert drie hoofredenen aan voor deze uitspraak.

Welbevinden patiënt

‘Allereerst voelt de patiënt zich beter bij ruimere bezoektijden. Zie je elkaar slechts drie kwartier, dan gaat het gesprek vooral over de ziekte en behandeling. “Wat heeft de arts tegen je gezegd? Wat heeft de verpleegkundige gedaan?” Heb je langer de tijd, dan praat je ook over gewone dingen. Dat is goed voor het welbevinden van de patiënt. Dit is in het Amsterdam UMC en het UMC Groningen gebleken uit een kwalitatieve studie naar familieparticipatie bij patiënten die oncologische chirurgie ondergingen. Dat is een specifieke patiëntengroep, maar de kans is groot dat een soortgelijk effect optreedt bij andere patiënten.’

Steun en troost bieden

Eskes’ tweede motivatie voor ruimere bezoektijden is van praktische aard. ‘Stel, je hebt een voltijdsbaan. Dan is het lastig je vader of moeder tussen twee uur en kwart voor drie ’s middags te bezoeken in het ziekenhuis. Stel verder dat je twee jonge kinderen hebt die ’s avonds tijdig naar bed moeten. Dan wordt het ook moeilijk om tussen zeven uur en kwart voor acht op bezoek te gaan. De patiënt heeft steun en troost nodig van zijn familie. Dan is het gek dat een ziekenhuis bepaalt dat die maar twee keer per dag kan worden geboden in plaats van de hele dag door.’

Betrekken bij de zorg

Het derde argument van Eskes heeft te maken met een van de pijlers onder haar lectoraat: onderzoeken hoe familieleden tijdens de ziekenhuisopname kunnen worden betrokken bij de zorg en wat daarvan de effecten zijn.

Ze zegt: ‘In deze situatie moeten verpleegkundigen familieleden voorlichten en instrueren. Bijvoorbeeld: hoe kan de patiënt in de weken na een zware operatie naar een tafel worden gebracht en daar eten? Familieleden dienen daarin te worden getraind. Hiervoor is tijd nodig in het ziekenhuis: naasten moeten vragen kunnen stellen en vertrouwen kunnen opbouwen in hun handelingen. Dan kunnen ze de patiënt straks ook goed ondersteunen in de thuissituatie. Het onderzoek van het Amsterdam UMC en het UMC Groningen maakt duidelijk dat familieleden zich beter voorbereid voelen op hun rol na het ontslag en beter weten wat ze moeten doen.’

Positieve drijfveren

Sinds augustus 2022 is Eskes bijzonder lector Patiënt- en Familieparticipatie in de Klinische Zorg aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Het lectoraat wordt mogelijk gemaakt door de HVA, Amsterdam UMC en OLVG. Op dinsdag 12 september dit jaar sprak ze haar lectorale rede uit. Een belangrijke boodschap: vele drijfveren voor patiënt- en familieparticipatie zijn positief.

Ze legt uit: ‘Sommige mensen denken dat familieleden worden ingezet als reactie op personeelstekorten in de zorg. Dat is best een negatief beeld. Wetenschappelijk onderzoek en ook onze eerste studies wijzen juist uit dat patiënt- en familieparticipatie leidt tot betere zorg. Ik noemde al de patiënt die zich prettiger voelt. Maar denk ook aan een grotere autonomie van de patiënt in de thuissituatie, omdat hij, zij of een familielid in het ziekenhuis is getraind in bepaalde handelingen. Literatuuronderzoek heeft bewezen dat dit leidt tot minder heropnames. Ook is minder thuiszorg nodig. Bovendien blijken veel verpleegkundigen hun werk aangenamer te vinden wanneer ze samenwerken met familieleden.’

Helpen bij tandenpoetsen

Eskes’ lectoraat gaat gepaard met een uitbreiding van het onderzoek waaraan 302 patiënten en hun familieleden deelnamen en dat is opgezet in het Amsterdam UMC en het UMC Groningen. ‘Voor dit onderzoek hebben we een mantelzorgprogramma ontwikkeld. Verpleegkundigen trainen familieleden van patiënten die oncologische chirurgie hebben ondergaan. Naasten leren drie keer per dag een stukje te wandelen met de patiënt. Ook helpen ze de patiënt ademhalingsoefeningen te doen, omdat die het risico op longontsteking verkleinen. Om dezelfde redenen ondersteunen ze bij het tandenpoetsen. Verder leren ze hoe ze met de patiënt praten over de actualiteit en hoe een patiënt kan eten aan tafel. We willen nagaan wat de effecten van dit programma zijn bij patiënten die een lichtere vorm van chirurgie hebben ondergaan dan oncologische chirurgie. Het wordt geïmplementeerd in Isala, het OLVG, Erasmus MC, Gelreziekenhuizen en op andere afdelingen van het Amsterdam UMC en UMC Groningen.’

Holding en verkoeverkamer

Het is gebruikelijk dat kinderen rondom een operatie minstens één familielid in hun nabijheid weten. Eskes: ‘In Amsterdam UMC willen we een pilot uitvoeren bij oudere patiënten. Het idee is dat een familielid aanwezig mag zijn op de holding en in de verkoeverkamer.’

Inclusiever

Wat hoopt Eskes te bereiken met haar lectoraat? ‘Dat we leren welke vormen van patiënt- en familieparticipatie wel en niet werken in welke setting. Een andere ambitie is dat het onderzoek inclusiever wordt. Nu konden patiënten en familieleden alleen aan ons onderzoek meedoen als ze de Nederlandse taal goed beheersten, terwijl familieparticipatie misschien juist wel heel waardevol is voor patiënten die instructies minder goed begrijpen. Vandaar dat we dit aanpassen in ons vervolgonderzoek en dat de patiënt niet meer per se Nederlandstalig hoeft te zijn, zolang de familie het maar wel is.’

De lectorale rede van Anne Eskes is hier te lezen en hier terug te zien.