De tekorten aan mensen en middelen vragen om een professional die breder kijkt dan één specialisme en verbanden kan leggen tussen gezondheids- en welzijnsdomein. Door in een van deze domeinen in te grijpen, ontstaan effecten binnen andere domeinen. Dat is nog eens effectief én doelmatig. Verpleegkundigen zijn hiervoor geknipt, want zij hebben geleerd in alle gezondheidsdomeinen te acteren. Daarnaast staan leiderschap en probleemoplossend vermogen centraal in het nieuwe beroepsprofiel (BN2030).
Waarom nemen wij dan zo weinig het voortouw bij het organiseren van zorg? Willen of kunnen we het niet? Of zijn verpleegkundigen te bescheiden? Maar Calimero leeft toch allang niet meer?
Of zou het kunnen zijn dat we massaal blijven vasthouden aan het bekende ‘we doen het zoals we het altijd al deden’? En er geen prikkel is om dat te veranderen? Niemand zit toch daarop te wachten? De bestuurder niet, want die spint garen bij het realiseren van zoveel mogelijk verrichtingen. De cliënt niet, die wil graag zoveel mogelijk zorg. En verpleegkundigen en verzorgenden niet, want die hebben de draai van zorg naar gezondheid nog onvoldoende gemaakt. uitzonderingen daargelaten.
Daar zit misschien de sleutel: bij die uitzonderingen. Collega’s die het bewust anders doen. Die het voortouw nemen en andere spelers, zoals huisartsen, sociaal werkers en paramedici, bijeenbrengen rond één thema en met elkaar nagaan welke factoren van belang zijn voor gezondheid. Verpleegkundigen die bewust buiten de lijntjes kleuren omdat hun professionaliteit dat van hen vraagt.
Dat kan in alle sectoren: ziekenhuis, verpleeghuizen, ggz en de wijk. Vanwege de doorgaande specialisering en de daaruit volgende continuïteitsproblemen is de zorg steeds minder houdbaar. Er is behoefte aan een integraal denkende en handelende professional. Wil de échte verpleegkundige opstaan?