Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Column Hugo Schalkwijk | Betrouwbaar en fatsoenlijk

Aan het begin van ieder jaar wordt de uitslag van de Gallup-enquête bekendgemaakt: misschien wel de meest voorspelbare enquête ter wereld. Voor deze vragenlijst wordt aan Amerikanen gevraagd welk cijfer zij geven aan bepaalde beroepen voor ‘eerlijkheid en ethisch normbesef’.
Actiedag in Den Haag tijdens de Witte Woede Foto: Rob Croes

Verpleegkundigen staan al 20 jaar op rij bovenaan. Alleen in 2001 moesten zij een beroepsgroep laten voorgaan: brandweerlieden, die tijdens 9/11 de harten van het grote publiek hadden gestolen. Dit jaar gaf 81 procent van de ondervraagden verpleegkundigen een very high score. Dat is ruim meer dan de dokters (67 procent) en basisschoolleraren (65 procent) kegen.

Professionalisering

Is die betrouwbaarheid een vloek of zegen? Mogen verpleegkundigen het vertrouwen van het grote publiek dan niet beschamen? Begrippen als betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid zijn de verpleegkunde niet vreemd. Sterker, een kleine greep uit ons TvZ-archief leert dat verpleegkundigen in de gehele geschiedenis een grote rol spelen in de professionalisering van de beroepsgroep.

Al sinds het ontstaan van dit vakblad (1890) ziet men het opleiden van ‘betrouwbare en fatsoenlijke’ collega’s als noodzaak om het imago van de verpleging te verbeteren: ‘Zij zal aan zichzelve de hoogste eischen stellen, en zich meer dan eenige vrouw in de Christelijke deugden behoeven.’

‘Zij zal aan zichzelve de hoogste eischen stellen’

In 1919 is aan dit beeld niet veel veranderd. Toch valt op dat er kleine scheurtjes ontstaan in het starre beeld dat ik hierboven schets. Orde, reinheid en volgzaamheid lijken voor de volgende schrijfster ondergeschikt aan de wensen van de patiënt: ‘Haar mutsje mag eens een beetje scheef zitten, ze mag ons ongeduldig maken door niet op de minuut voor ons klaar te staan. Wanneer ze in staat is om het vertrouwen en de welwillendheid harer patiënten te winnen, dan is ze goed op weg om te slagen.’

Onoprechtheid

Aan de starre hiërarchie doen verschillende schrijvers nog wat meer afbreuk in TvZ in de hongerwinter van 1944. Zo schetst een dokter hoe ‘Het kastesysteem naijver en onoprechtheid veroorzaakt.’ En juist dat, stelt de dokter, belemmert de ontwikkeling van het o zo belangrijke karakter van de verpleegster. En daarmee ook de patiëntenzorg. Fouten moeten niet worden bestraft, je moet ervan kunnen leren.

Begin jaren ’70 zijn verpleegkundigen flink geëmancipeerd. Dat is te zien. De roep om meer inspraak en zeggenschap komt langzaam op gang. Leerling-verpleegkundigen uit de ‘Aktiegroep Willem’ eisen op ludieke wijze verbeteringen in de B-opleiding. ‘De toekomstige verpleging voelt haar grote, praktische verantwoordelijkheid sterk aan. Zij streven naar een nieuwe identiteit en beroepsverantwoordelijkheid: het belang de medemens optimaal te dienen.’

Betere patiëntenzorg

Bij die actie blijft het niet. De Witte Woede aan het einde van de jaren ’80 is wellicht het bekendste protest binnen de verpleegkunde. We kennen allemaal de leuzen voor meer salaris, maar ook hier nam de beroepsgroep de verantwoordelijkheid voor een betere patiëntenzorg. Ditmaal door voor zichzelf op te komen, misschien zelfs een beetje tegen de regels in. Maar wel betrouwbaar als altijd. Daar morgen we heel blij mee zijn.

Hugo Schalkwijk, adviseur Historisch college FNI Foto: Stijn Rademaker