Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Column Hugo Schalkwijk | De eerste verplegingswetenschappers

Hugo Schalkwijk
Het is 40 jaar geleden dat in Nederland de eerste verplegingswetenschappers afstudeerden, aan de Rijksuniversiteit Limburg (nu Maastricht University).
Hugo Schalkwijk, conservator V&VN. Foto: Stijn Rademaker

Op verschillende manieren, waaronder in TvZ, staat verpleegkundig Nederland hier dit jaar bij stil. En terecht, want verpleegkundig onderzoek zit in de lift. Het aantal afgestudeerde masterstudenten, afgeronde promotieonderzoeken en benoemde hoogleraren groeit gestaag. Toch is de studie verplegingswetenschap er niet zonder slag of stoot gekomen. Ook de academisering van de verpleegkunde is niet altijd vanzelfsprekend geweest.

Sinds het begin van de jaren ‘70 lobbyden enkele voortrekkers binnen de verpleging voor een studie verpleegkunde op universitair niveau. Amerika diende als lichtend voorbeeld. Verpleegkundigen konden daar al langere tijd doorstuderen in master- en PhD-trajecten in de verpleegkunde. Zo konden zij hoge posities innemen in onderwijs, onderzoek en beleid en vanuit daar de zorg op hun manier verbeteren. In de Nederlandse lobby zat een sterke emancipatiedrang: de wil om de verpleegkunde te positioneren als een eigenstandige wetenschappelijke discipline en niet als afgeleide van de geneeskunde.

Plekje veroveren

Met het starten van verplegingswetenschap in 1980 was het academische project van de verpleegkunde niet ineens voltooid. De nieuwe academici moesten hun plekje zien te veroveren in de wereld van de wetenschap en tegelijkertijd hun legitimiteit binnen ‘het veld’ behouden. Over dat laatste was in het begin veel discussie. De afstudeerrichting verplegingswetenschap, die nadrukkelijk geen universitaire verpleegkundigen afleverde, maar onderzoekers in de verpleegkunde, deed bijvoorbeeld veel stof opwaaien in de beroepsgroep.

‘Deze lui zijn geen verpleegkundigen’

Kitty Verbeek, directeur van de Hogere School voor Gezondheidszorg (HSG) te Leusden, liep daarin voorop: ‘“In de formele zin leidt de opleiding verplegingswetenschap niet tot een officiële registratie als verpleegkundige” … Het staat er zo eenvoudig, maar het betekent gewoon dat deze lui geen verpleegkundigen zijn! Wat zijn ze dan wel??? Ik weet het eigenlijk niet.’

Koekoeksei

Binnen de academische wereld werden de verpleegkundigen ook niet onverdeeld hartelijk verwelkomd. Als ‘koekoeksei’ tussen de gevestigde wetenschappers, moesten ze hard werken om geaccepteerd te worden als wetenschappelijke discipline. Daarbij werden ze nogal eens gehinderd door ingesleten vooroordelen over verpleegkundigen en hun werk. Carla Frederiks, oud-stafmedewerker bij de Rijksuniversiteit Limburg en later hoogleraar in Nijmegen, vatte dat treffend samen in een anekdote tijdens haar afscheidsinterview in TvZ in 2001: ‘Ik heb in de tijd dat ik hoogleraar was nogal wat moeilijkheden gehad met medisch specialisten die niet konden bedenken dat je qua onderzoeksmethodiek wel eens beter geschoold zou kunnen zijn dan zijzelf. … Ze zagen een soort doorgeleerde zuster die zij dan de kneepjes van het vak zouden bijbrengen.’

Dit zijn slechts twee van de talloze voorbeelden die laten zien hoe pioniers de verplegingswetenschap hebben gevormd en doen groeien tot wat het nu is. Hopelijk kan het dienen als inspiratie voor een nieuwe generatie pioniers, zodat de verplegingswetenschap nog verder kan bloeien. Dat is, gezien de opgave waar de zorg voor staat, hard nodig.

Hugo Schalkwijk, conservator V&VN Foto: Stijn Rademaker