Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Column Hugo Schalkwijk | Gewonde Franse soldaten verplegen

De verpleegkunde heeft een rijke geschiedenis. Toch wordt het beeld dat we van die geschiedenis hebben, voor een groot deel bepaald door enkele dominante verhalen en hardnekkige stereotypes.
Hugo Schalkwijk, conservator V&VN. Foto: Stijn Rademaker

Denk daarbij aan de verhalen over grote leiders, zoals Florence Nightingale of Anna Reynvaan, of aan het klassieke beeld van de (jonge) vrouw die, al dan niet zwaar en vies, werk verricht in haar strak gesteven uniform en schort. Alternatieve beelden, zoals het werk buiten het ziekenhuis, van mannelijke verpleegkundigen of van verpleegkundigen van kleur, zien we veel minder. Maar juist in de veelzijdigheid en diversiteit van de professie kan een grote kracht schuilen. Meer dan anderen opereren verpleegkundigen in de haarvaten van de maatschappij. Dat deden ze vroeger, dat doen ze vandaag en hopelijk nog ver in de toekomst.

Ontsnappen

April 1917. Groepje verpleegsters van het Pré Catelan, een sigaret rokend op het terras. Jannie tweede van links. Foto: Fotocollectie FNI.nl

In het erfgoed van de verpleging en verzorging zijn die alternatieve beelden, als je maar goed kijkt, al redelijk zichtbaar. Behalve de bekende verhalen over de grote leiders verzamelt museum FNI.nl bij V&VN verhalen over ‘gewone’ verpleegkundigen. Neem bijvoorbeeld de nalatenschap van Jannie Folmer (1885-1980). Zij gebruikte haar baan als verpleegster om tijdelijk te ontsnappen aan de strenge maatschappelijke normen voor vrouwen uit haar tijd.

Ze was avontuurlijk. Folmer hield het strenge ziekenhuisleven al snel voor gezien en ging als zelfstandige aan de slag. Op zoek naar vrijheid, plande zij waarschijnlijk een vertrek naar Nederlands-Indië. Dat ging vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog niet door. In plaats van naar Nederlands-Indië vertrok Folmer op 31-jarige leeftijd naar Frankrijk om in een noodhospitaal gewonde Franse soldaten te verplegen. Ze zou dat bijna een jaar lang doen, van september 1916 tot juli 1917.

‘Door u verdween ons lijden’

Het werk van Folmer was niet per definitie uitzonderlijk. Ze was geen held, geen pionier voor het vak. Wat haar verhaal uitzonderlijk maakt, is dat haar gehele periode achter het front zo goed gedocumenteerd is. Door haar zelf en door Franse soldaten, die als dank voor haar werk vele dankbetuigingen in een boekje opschreven.

De foto’s geven blijk van een heel ander beeld dan het klassieke beeld dat we kennen van vrouwen uit die tijd en van verpleegsters in het bijzonder. De dames op het terras stralen onafhankelijkheid uit. Met een zekere nonchalance, sigaretjes losjes in de hand, kijken Jannie Folmer en haar collega’s de camera in. Voor even ontsnapt aan thuis.

Verschil maken

Dergelijke verzamelingen uit verpleegkundige collecties geven een gezicht aan de anders naamloze verpleegkundigen en verzorgenden uit de geschiedenis. Ze vormen bewijs van de rol die zij speelden in de maatschappij van vroeger. Hoe zij met hun werk een groot, en helaas niet altijd positief, verschil konden maken in de levens van mensen om hen heen.

Jannie Folmer werd in elk geval met veel warmte herinnerd. Zo getuige ook deze passage, geschreven door een Frans onderofficier: ‘Ik vertrek tot mijn grote spijt uit de Nederlandse Ambulance waar ik met zoveel goede zorgen was omringd. Ik wil tot u in het bijzonder, mejuffrouw Folmer, mijn meest oprechte dank richten voor uw onvermoeibare toewijding. Door uw geruststellende woorden, door uw voortdurende sierlijke glimlach, verdween ons lijden!’

Hugo Schalkwijk Foto: Stijn Rademaker

Hugo Schalkwijk is adviseur Historisch College FNI