Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Column José van Dorst | Master voor de wijk

Het is goed regelmatig na te denken in hoeverre de opleidingen ons goed voorbereiden op de uitoefening van ons mooie vak.
José van Dorst, promovendus Universiteit Maastricht

Neem de wijkverpleegkundige. Sinds 2015 hebben wijkverpleegkundigen, als enige verpleegkundige beroepsgroep, een eigen aanspraak in de Zorgverzekeringswet. Alleen zij bepalen welke zorg moet worden ingezet. En dus niet een arts of zorgverzekeraar. Wijkverpleegkundigen zijn verantwoordelijk voor het hele traject: anamnese, diagnose, doelen formuleren en het organiseren en evalueren van de benodigde en in gang gezette zorg. Dat vraagt nogal wat aan competenties die niet per definitie worden verworven in de bacheloropleidingen. Niet voor niets is er dan ook, aanvullend op het globale beroepsprofiel, al twee keer een speciaal expertisegebied wijkverpleegkundige ontwikkeld. Extra opleiden is nodig.

Dat is niet nieuw. Zo’n 50 jaar geleden was er voor deze groep al een speciale opleiding, aanvullend op de initiële opleidingen. Dat was de MGZ. Aanvullend opleiden was zelfs verplicht om als wijkverpleegkundige te mogen werken. De MGZ-opleiding is mede door de komst van het hbo-v verdwenen. Ten onrechte. Om een goede wijkverpleegkundige te worden heb je meer nodig dan een 4-jarige bachelor. Zeker gezien de genoemde recente verzwaring van het beroep.

Daarom zijn inmiddels post-hbo trajecten ontwikkeld voor wijkverpleegkundigen. De inhoud en omvang lopen sterk uiteen. Wordt het dus niet tijd om na te denken over een andere, meer structurele aanpak? Is de tijd rijp voor een master wijkverpleegkunde? Wijkverpleegkundigen kiezen, zij het mondjesmaat, nu voor de master of advanced nursing (MANP). Maar die biedt weinig ruimte voor wijkverpleegkundigen. Dat is begrijpelijk, gezien de MANP-missie ‘Je wordt opgeleid tot verpleegkundig specialist (advanced nurse practitioner) die een aantal traditionele artsentaken overneemt.

De wijkverpleegkundige dient geschoold te worden om náást de huisarts te staan in het eigen verpleegkundig domein. En niet in het verlengde van het medisch domein. Neem geen taken over van anderen. Er is juist behoefte aan een wijkverpleegkundige die steengoed is in haar eigen werk, en wel in de volle breedte. Iemand die leert om op dat vlak cliëntgericht onderzoek uit te voeren.

José van Dorst, promovendus Universiteit Maastricht