Koppen zoals ‘Dreigende crash voor ouderenzorg’, ‘De demografische tijdbom tikt’, ‘Gebrek aan daadkracht in de zorg’, ‘De ouderenzorg is verslagen’, of ‘Geleverde zorg beneden maat’. We worden onafgebroken geconfronteerd met negatieve en dreigende berichtgeving over de (ouderen)zorg.
Door de jaren heen hebben doemdenkers dreiging en angstscenario’s gebruikt om boodschappen uit te dragen en kracht bij te zetten. Ze verkondigen dat het vijf over twaalf is en dat de grond onder onze voeten is verdwenen. Angst als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen en innovaties is een terugkerend thema in de geschiedenis.
De introductie van computers in de jaren tachtig en negentig leidde ook tot ongekende bezorgdheid en resulteerde in debatten over de toekomst van werkgelegenheid, kwaliteit en competenties. En hoewel sommige banen verloren gingen, ontstonden er vaak nieuwe soorten werk en ontwikkelden zich nieuwe toepassingen. De voorspelling dat de wereld ten onder zou gaan door deze ontwikkeling en dat het grootste deel van de wereldbevolking als ICT-expert aan de slag zou zijn, kwam niet uit.
De tijd dat we alleen kijken naar alles wat niet goed gaat en naar wat ontbreekt, zou achter ons moeten liggen. Pessimisme en doorslaande zorgen over de zorg helpen niet en staan creatieve oplossingen en kennisontwikkeling in de weg. Wie de kansen ziet, kan de zorg verbeteren. Doemscenario’s worden werkelijkheid als we niets doen of blijven vasthouden aan het oude.
Vooruitgangsdenken in de verpleegkunde daarentegen staat stil bij wat al verworven is en kijkt naar de toekomst met een open blik, gericht op het ontwikkelen van kennis, het denken en doen in de zorg. Denken in vooruitgang is denken in mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden.
Zorgen voor de toekomst van morgen door kansen te signaleren en te grijpen, in plaats van te blijven hangen in zorgen over morgen. De wetenschap omarmen daar waar deze ons innovaties brengt en kennis biedt over wat passende zorg is voor ouderen. Veranderingsgericht en bovenal veranderingsbereid.
Goed signaal om ook vooruitgang te signaleren, naast verbeterpunten. Immers, (bijvoorbeeld) niet de kalenderleeftijd is maatstaf, maar de functionele leeftijd: we hebben nog nooit zoveel relatief gezonde ouderen en hoog bejaarden gehad. Vooruitgang moet nog zichtbaar worden bij de 2,5 miljoen Nederlanders, van de 18 miljoen, die nog veel verbeteringen behoeven. En we hebben nog nooit zoveel verpleegkundigen gehad, maar de wekelijkse werktijd is nog nooit zo laag geweest! Of zijn er inmiddels teveel verpleegkundigen?