1 Wat is de vraagstelling van het proefschrift?
Klinisch redeneren is een cruciale competentie voor studenten verpleegkunde. Het kan omschreven worden als de manier waarop zorgprofessionals denken wanneer ze een patiënt (gaan) verzorgen: ‘Wat is er aan de hand, hoe komt dat en wat kan ik doen?’ Om het onderwijs over klinisch redeneren in de praktijk te verbeteren, onderzochten we in dit proefschrift deze vraag: hoe wordt klinisch redeneren in de verpleegkunde geconceptualiseerd en gevormd en hoe kan dit worden toegepast op klinisch onderwijs in de dagelijkse praktijk en evaluatie?
We wilden kennis van redeneren verdiepen. Daartoe is onder meer een systematische vergelijkende review van medisch en verpleegkundig literatuuronderzoek uitgevoerd. Ook hebben we ervaren verpleegkundigen hardop laten denken over 20 algemene patiëntproblemen. Verder is een rubric gevalideerd waarmee de ontwikkeling van klinisch redeneren kan worden geëvalueerd. Tot slot hebben we designonderzoek gedaan naar een werkvorm om het praktijkleren tijdens ziekenhuisstages te ondersteunen.
2 Wat zijn de belangrijkste bevindingen?
Verpleegkundig redeneren is vergelijkbaar met medisch redeneren. Er zijn wel een aantal typische verschillen, bijvoorbeeld dat de arts zoekt naar causale verbanden en de verpleegkundige de toestand van de patiënt in zijn situatie wil begrijpen. Twee onderzoeken bouwden voort op kennis van illness scripts bij artsen. Scripts zijn kennisstructuren in het geheugen, gebaseerd op theoretische kennis, maar gevormd door ervaring.
We analyseerden interviews met ervaren, gespecialiseerde verpleegkundigen met directed content analysis (om patronen te herkennen in de interviewteksten) en vonden vergelijkbare scripts, aangepast aan de verpleegkundige praktijk. Verpleegkundigen onthouden niet alleen rijke sets van symptomen en verschijnselen, interventies en verklaringen, maar ook de impact van problemen op patiënten en henzelf. De rubric is gebaseerd op ‘het denken als een verpleegkundige’: opmerken, redeneren, reageren en reflecteren. De rubric kan gebruikt worden als evaluatie- of zelfevaluatie-instrument.
Tot slot werd onderzocht of debriefing in een praktijksetting kan bijdragen aan het aanleren van klinisch redeneren. Door de inzet van vier vragen hebben studenten tools om hardop aan te geven wat ze geleerd hebben over ziekte en behandeling van hun ‘eigen’ patiënt. Een mindmap kan gebruikt worden om het geleerde in beeld te brengen. Als laatste zagen we dat routines op afdelingen en hun teamdynamiek belangrijk zijn om mee te nemen in het ontwerpproces van (praktijk)onderwijs.
3 Wat betekent dit voor de praktijk?
Het leren van klinisch redeneren is voor studenten niet gemakkelijk. Hetzelfde geldt voor het begeleiden van studenten hierbij door werkbegeleiders. De onderzoeken van dit proefschrift dragen bij aan doelstellingen, inhoud, werkvorm en evaluatie: de ingrediënten van samenhangend onderwijsontwerp. Door de vergelijking van medisch en verpleegkundig redeneren is duidelijker geworden wat klinisch redeneren is.
We weten nu dat verpleegkundigen scripts maken die onder meer bestaan uit symptomen en verschijnselen, verklaringen en ook impact. Dit is de kennis die studenten moeten opdoen door ervaringen tijdens de stages. De ontwikkeling van het leren klinisch redeneren is te evalueren. Een vorm van debriefing kan gebuikt worden als werkvorm.
Jettie Vreugdenhil, How to train clinical reasoning in nursing students. Actionable knowledge. Proefschrift Vrije Universiteit Amsterdam, juni 2024