De oogst aan proefschriften is rijk. Een keur van onderwerpen is onderzocht: tal van aspecten van het verpleegproces, essentiële zorgonderwerpen, het patiëntperspectief en de professionalisering van het verpleegkundig beroep en onderwijs. In dit artikel analyseren wij de gegevens van 322 proefschriften van verpleegkundigen die zijn verschenen in de afgelopen 50 jaar.
De eerste
In 1984 is voor het eerst een verpleegkundige gepromoveerd in Nederland. Anneke van den Bergh-Braam verdedigde toen met succes haar proefschrift over de stress bij de hoofdverpleegkundige, Sindsdien volgden meer dan 300 gepromoveerde Nederlandse verpleegkundigen. Johanna Roode promoveerde zelfs vóór 1984; dat deed zij in 1975 in de Verenigede Staten. Zij had een vergelijkende studie gedaan naar verpleegkundig onderwijs in de Verenigde Staten en Nederland.
In de 25 jaar na 1984 rondden 27 verpleegkundigen hun proefschrift af. Na 2000 nam het aantal promoties steeds meer toe. Vooral na 2010 was er een stijging: naar gemiddeld 15 tot 20 per jaar. Het ZonMw-programma Tussen Weten en Doen, waarin langdurig werd geïnvesteerd in wetenschappelijke onderzoekslijnen in verpleging en verzorging, leverde daar een belangrijke bijdrage aan. Het stijgende aantal gepromoveerde verpleegkundigen had vervolgens effect op de hoeveelheid verpleegkundige hoogleraren en lectoren. Van Dijk en Ista hebben laten zien dat flink wat gepromoveerde verpleegkundigen zijn doorgestroomd naar deze functies.1 www.canonverpleegkunde.nl geeft hiervan een overzicht.
De stijging van het aantal promoties in de afgelopen 15 jaar is zichtbaar in figuur 1. Alle proefschriften zijn opgenomen op www.proefschriftenverpleegkunde.nl. Deze website is recentelijk bijgewerkt en voorzien van links naar de proefschriften en samenvattingen.
Figuur 1 Proefschriften van verpleegkundigen tussen 2000-2023 (n=287)
De gepromoveerde verpleegkundigen
Het aandeel mannelijke verpleegkundigen dat promoveert is groter dan je zou verwachten op basis van het totale aantal verpleegkundigen van het mannelijk geslacht in Nederland (13 procent). Van de 322 gepromoveerde verpleegkundigen is 23 procent man (n=73). Mark van den Boogaard was de eerste verpleegkundige die in 2012 cum laude promoveerde; in 2023 zou hij worden benoemd tot hoogleraar Verplegingswetenschap Acute en Intensive Care aan de Radboud Universiteit. Waren het eerst vooral onderzoekers en docenten die promoveerden, nu zien we steeds vaker dat ook verpleegkundig specialisten een promotieonderzoek afronden. Het zijn er al minstens 26.
De universiteit met de meeste verpleegkundige promoties is de Radboud Universiteit (n=55), gevolgd door Universiteit Maastricht (n=53) en Universiteit Utrecht (n=51). Dit hangt samen met de aanwezigheid van vakgroepen Verplegingswetenschap. De Erasmus Universiteit Rotterdam is de vierde met 42 promoties (Figuur 2).
Figuur 2 Promoties van Nederlandse verpleegkundigen per universiteit (n = 321)
Sectoren en doelgroepen
De meeste proefschriften (n=173) gaan over een ziekenhuispopulatie, zowel klinisch als poliklinisch. 27 promotieonderzoeken zijn uitgevoerd op een IC of NICU. Met 42 thesissen is aan de slag gegaan binnen de ggz en met 53 in de wijk. Promotieonderzoek in verpleeghuizen of ouderenzorg komt 20 keer voor. Er is ook onderzoek gedaan naar het verpleegkundig beroep zelf (n=21) en het verpleegkundig onderwijs (n=19). Promotieonderzoek in de gehandicaptenzorg, hospices en jeugdgezondheidszorg komt zelden voor.
‘Vrijwel alle proefschriften zijn direct relevant voor de beroepsuitoefening’
Specifieke doelgroepen van onderzoek zijn: ouderen (n=51), kinderen (n=14; waarbij 6 keer behalve kinderen ook ouders zijn onderzocht), jeugd inclusief jongvolwassenen (n=6) en pasgeborenen (n=10). Naasten en familieleden worden in zeven proefschriften onderzocht. Verpleegkundigen zelf zijn in 65 proefschriften onderwerp van onderzoek, naast verpleegkundig managers (n=2) en verpleegkundig specialisten (n=5). Ook studenten (n=13) en docenten (n=4) zijn doelgroepen. Veel proefschriften richten zich op specifieke patiëntengroepen, zoals opgenomen patiënten in een ziekenhuis, op de IC of in de acute somatische zorg (n=12) en palliatieve zorg (n=14). Mensen met (ernstige) psychiatrische aandoeningen (n=34), kanker (n=23), dementie (n=9) en somatische chronische gezondheidsproblemen zijn regelmatig vertegenwoordigd.
Thema’s
Vrijwel alle proefschriften van verpleegkundigen gaan over onderwerpen die direct relevant zijn voor de verpleegkundige beroepsuitoefening. Vier proefschriften hebben de geschiedenis van de verpleegkunde als onderwerp. In meer dan 50 proefschriften wordt een verpleegkundige interventie of zorgprogramma ontwikkeld, getest, geïmplementeerd en geëvalueerd. Steeds vaker wordt daarbij e-health of telemonitoring ingezet. Er zijn ook nieuwe meetinstrumenten ontwikkeld en gevalideerd.
De verpleegkundige zorg komt in volle breedte aan bod. De meeste proefschriften: (1) behandelen facetten van het verpleegproces (bijvoorbeeld persoonsgerichte zorg of zelfmanagementondersteuning), (2) richten zich op specifieke patiëntproblemen (denk aan pijn, delier, decubitus) of (3) focussen zich op het verpleegkundig beroep en opleiding. Elk proefschrift is ingedeeld in één van deze drie hoofdcategorieën.
Tabel 1 geeft een overzicht van de thema’s en subthema’s. Proefschriften gaan over symptomen, verpleegtechnische handelingen, richtlijnen, zelfmanagement, kwaliteit van leven, patiëntenperspectief en aandacht voor seksuele of spirituele zorg. Ook thema’s als leiderschap en beroepsidentiteit, praktijkleren en studentenwelzijn komen aan bod. Sommige onderwerpen zijn weinig onderzocht. Voorbeelden: preventie (al komt dit vaak wel zijdelings aan de orde), passende zorg (minder zorg en meer duurzame zorg), vitaliteit, behoud en werkomstandigheden van verpleegkundigen, beeldvorming, inzet van (digitale) technologie en tot slot organisatie- en stelselvraagstukken.
Ook bepaalde veelvoorkomende patiëntproblemen krijgen weinig aandacht. Te denken valt aan vermoeidheid, jeuk, misselijkheid en bijwerkingen. Verpleegkundige zorg buiten de ziekenhuizen is ook ondervertegenwoordigd. Bij de doelgroepen valt op dat er relatief veel aandacht is voor ouderen opgenomen in ziekenhuizen, maar nauwelijks voor andere mensen in kwetsbare posities. Voorbeelden hiervan zijn mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden of migranten.
Tabel 1 Thema’s in proefschriften van verpleegkundigen
Verpleegproces | |
Diagnostiek en vroegsignalering | Gebruik fotografie (1); Risicofactoren (2); Niet pluis gevoel (1); Verpleegkundige diagnostiek en vroegsignalering (11); Verpleegkundige documentatie (3) |
Behandeling en verpleegtechnisch handelen | ACT (2); eHealth en telemonitoring (10); Delier (5); Klinische besluitvorming en EBP (10); Leefstijlinterventie en voorlichting (5); Luchtwegmanagement en beademing (5); Narratieve therapie (1); Medicatiemanagement (9); Symptoommanagement (2); Wondzorg (7) |
Kwaliteit van zorg; patiëntveiligheid | Handhygiëne en infectie(preventie) (6); Kwaliteit van zorg (4); Patiëntveiligheid (2); Vrijheidsbeperking en separatie (4) |
Persoonsgerichte zorg | Compassie (2); Familiegerichte zorg (6); Interactie verpleegkundige-patiënt (2); Patiëntparticipatie en -perspectief (2); Persoonsgerichte zorg (14); Psychosociale zorg (2); Samen beslissen (5); Motivational Interviewing (1); Spirituele zorg (1); Terugvalpreventie (3); Zelfmanagement(ondersteuning) (27) |
Coördinatie en continuïteit van zorg | Advance care planning (1); Continuïteit van zorg (4); Coördinatie van zorg; casemanagement; trajectbegeleiding (3); Nazorg (5); Opname en ontslag (2); Palliatieve en terminale zorg (14); Transmurale zorg (5); Triage (1) |
Patiëntproblemen | |
Functioneren; ADL | Cognitie (1); Bloeding (2); Decubitus (6); Defecatie (1); Dehydratie (2); Delier (5); Discomfort (2); Embolie (1); Fracturen (1); Functioneren (6); Hypotensie (1); Jeuk (1); Kwetsbaarheid (5); (Onder)voeding (6); Pijn (13); Seksualiteit (3); Slaap (3); Suïcide (1); Therapietrouw (6), Veneus ulcus (1); Vermoeidheid (1); Vitale functies (1); Zorgbehoeften (5), Zwangerschap (1) |
Coping en kwaliteit van leven | Disclosure (1); Emotionele impact (2); Hoop (1); Herstel (1); Kwaliteit van leven (6); Ouder-kind relatie | opvoedproblemen (3); Sociaal netwerk (1); Spiritualiteit| zingeving (2); Jonge mantelzorgers (1); Ziektegedrag; ziektelast (2) |
Verpleegkundig beroep & opleiding | |
Beroepsontwikkeling | Beroepsontwikkeling en beroepsidentiteit (8); Geschiedenis van de verpleging (4); Leiderschap (4); Taakherschikking, verpleegkundige rollen en functiedifferentiatie (7) |
Verpleegkundig werk | Arbeidsmarktproblematiek (1); Financiering van verpleegkundige zorg (1); Verpleegkundige staffing (3); Werkbeleving en werkbevlogenheid (3); Werkomgeving () |
Leren en opleiden | Feedback (1); Interprofessioneel of regionaal samenwerken (2); Kennis & attitude (2); Leren (incl. levenslang leren; werkplekleren; teamleren) (9); Studentenwelzijn (2); Verpleegkundig onderwijs (2) |
Conclusie
In de afgelopen 25 jaar heeft de academisering van ons vak flinke stappen gezet. De sterke toename van het aantal promoties is daar het bewijs voor. Tegelijk blijven actuele onderwerpen onderbelicht. De nadruk op ziekenhuiszorg doet bijvoorbeeld geen recht aan de realiteit van nu: de gemiddelde patiënt verblijft kort in het ziekenhuis en keert daarna terug naar huis of een andere zorgsector. Opvallend is ook de geringe aandacht voor mensen in kwetsbare posities die niet in verpleeghuizen wonen. Bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden is veel gezondheidswinst te behalen.
‘Implementatie en de-implementatie zijn cruciale toekomstige onderzoeksthema’s’
Deze aanbevelingen sluiten aan bij de Veldraadpleging van Lambregts en van Merwijk voor ZonMw.2 Daarin wordt ook sector-overstijgend onderzoek geadviseerd, net als kennis die over de sectoren heen kan worden toegepast. Een centraal thema daarbij is hoe we ervoor kunnen zorgen dat nieuwe kennis wordt gebruikt in de praktijk. Implementatie en de-implementatie zijn daarmee cruciale thema’s voor toekomstig onderzoek. Ook meer aandacht voor arbeidsmarktvraagstukken en werkomstandigheden van verpleegkundigen is gerechtvaardigd. Tot slot: het Kabinet-Schoof wil bezuinigen op onderzoek. Voor de verpleegkunde geldt dat er juist meer onderzoek nodig is. Voortbouwen op de bestaande kennisinfrastructuur en investeren in implementatie is daarvoor essentieel.
Referenties
- Dijk van M & Ista E. Verpleegkundige proefschriften 2000-2021. TvZ. 2023; 1; 32-33.
- Lambregts J & Merwijk van C. Veldraadpleging Onderzoeksprogramma Verpleging & Verzorging ZonMw. zonmw.nl/sites/zonmw/files/2023-12/DEF-RapportageVeldraadplegingZonMw-14112023.pdf