Suzanne Dominicus onderzocht de beweegredenen van verpleegkundigen om interventies toe te passen die slaapproblematiek na een hartoperatie tegengaan.
Praktijkprobleem
Het Catharina Ziekenhuis is een hartcentrum. Slaapproblematiek is een van de meest voorkomende problemen die patiënten ervaren na een hartoperatie. Een verstoorde slaap kan consequenties hebben voor het revalidatieproces. De huidige zorg, vooral gericht op farmacologische interventies, is geen adequate behandeling voor slaapproblematiek. Bovendien hebben deze interventies, zoals slaapmedicatie, nadelige effecten.
Er zijn ook niet-farmacologische (verpleegkundige) interventies ter bevordering van de slaap. Voorbeelden: oordopjes en oogmaskers, white noise (een constant geluid dat omgevingsgeluiden kan neutraliseren), houding- en relaxtherapie, voorlichting over bevordering van slaap en aromatherapie. Maar mijn ervaring als verpleegkundige leert dat ook binnen het Catharina Ziekenhuis vooral naar medicamenteuze behandelingen wordt gegrepen.
In dit onderzoek zijn eerst de verpleegkundige interventies in kaart gebracht op de afdeling cardiochirurgie. Vervolgens zijn beweegredenen van verpleegkundigen geïnventariseerd om bepaalde interventies toe te passen. Op basis hiervan werden aanbevelingen gegeven om slaap- problematiek na een hartoperatie te verminderen.
Methode
Er is een mixed-methods onderzoek uitgevoerd waarbij een kwantitatief onderzoek werd gevolgd door een kwalitatief onderzoek. Geïncludeerd werden 44 verpleegkundigen, van wie 22 de enquête voltooiden. Zestien verpleegkundigen namen deel aan de focusgroep-interviews. De kwantitatieve data werden geanalyseerd met IBM® SPSS® statistics versie 26. Er is gebruikgemaakt van beschrijvende statistiek. De kwalitatieve data werden geanalyseerd via een thematische analyse.
Resultaten
Een frequent toegepaste interventie is het achterhalen van de oorzaak van slapeloosheid en deze behandelen. Andere voorbeelden: slaapmedicatie geven en thee aanbieden. Minder gehanteerde interventies zijn geluidstherapie, aromatherapie en oogmaskers aanbieden. Verpleegkundigen noemden beweegredenen om bepaalde interventies toe te passen. Het ging om een eigen positieve ervaring, het idee hebben dat een interventie effectief is en het toepassingsgemak. Motieven voor verpleegkundigen om interventies niet toe te passen: het idee hebben dat de interventie niet effectief is en denken dat patiënten het niet willen of zich niet geholpen voelen met een bepaalde interventie.
Bij evidence based practice wordt een onderbouwing voor een klinische beslissing, zoals in dit geval interventies ter bevordering van de slaap, gebaseerd op een combinatie van drie pijlers. Dit zijn de expertise van professionals, wetenschap en voorkeur van de patiënt. Opvallend is dat uit dit onderzoek blijkt dat de beweegredenen van verpleegkundigen vooral zijn gebaseerd op de expertise van professionals. Zij laten bij hun onderbouwing de pijlers wetenschap en patiëntvoorkeur veelal buiten beschouwing.
Toepassing in de praktijk
In de praktijk wordt de patiëntvoorkeur te weinig meegenomen in het proces van shared decision making. Maar de voorkeur van patiënten is net zo belangrijk als de professionele expertise en het bewijs uit wetenschappelijk onderzoek. Het betrekken van patiënten in de besluitvorming leidt ertoe dat patiënten vaak een weloverwogen en verstandige keuze kunnen maken. Dit kan leiden tot effectievere zorg.