Het onderzoek is een verdieping van het landelijk uitstroomonderzoek dat van april 2019 tot en met december 2021 werd uitgevoerd. De resultaten van deze verdieping zijn gebaseerd op antwoorden van 14.649 respondenten. Zij hebben op eigen initiatief hun werkgever in zorg en welzijn verlaten.
Uit het grotere onderzoek, met 33.345 respondenten, kwamen de belangrijkste uitstroomredenen naar voren. Uitstroom betekent hier: de huidige werkgever verlaten. Het kan dus zijn dat een verpleegkundige die ‘uitstroomt’ wel in dezelfde sector/hetzelfde werkveld (ziekenhuiszorg, vvt enzovoort) blijft werken. De top 3 van redenen voor uitstroom voor heel zorg en welzijn:
- Verkeerde manier van werken en aansturing
- Onvoldoende uitdaging in werkzaamheden
- Onvoldoende loopbaanmogelijkheden
Voor de ziekenhuizen, inclusief de umc’s, zijn onvoldoende loopbaanmogelijkheden en reisafstand de belangrijkste uitstroomredenen. In de vvt ligt het meestal aan de werksfeer of de manier van werken en de aansturing. Ongeveer driekwart van alle zorg- en welzijnmedewerkers die vertrekt bij de werkgever blijft wel in zorg en welzijn werken.
Terug naar zorg en welzijn
Ook blijkt uit het onderzoek dat de meerderheid van de medewerkers die niet meer in zorg en welzijn werkt, dat weer wil gaan doen. Van de respondenten die uitgestroomd zijn uit de sector wil 63% (814 van 1297 respondenten) ooit terugkeren. Bijna de helft (47%) geeft aan een keer terug te willen naar hun oude werkgever.
Volgens de groep die de sector heeft verlaten wordt de kans dat ze terugkomen groter als er meer ontwikkel- en doorgroeimogelijkheden komen, leidinggevenden beter gaan communiceren en luisteren, het salaris omhoog gaat en andere arbeidsvoorwaarden ook verbeteren.