Onder ‘digitale zorg’ verstaat de NVZ bellen, beeldbellen, telemonitoring, teledermatologie en schriftelijke consulten. Van alle poliklinische zorg die niet meer fysiek in het ziekenhuis plaatsvindt maar digitaal, zijn dit vrijwel allemaal telefonische contacten: 97%.
Een kanttekening die bij dit cijfer gemaakt moet worden is dat niet alle vormen van digitale zorg zijn meegenomen. Digitale zorgvormen die verpleegkundigen of paramedici inzetten en digitale meekijkconsulten tussen huisarts en medisch specialist worden volgens het NVZ niet als digitale zorg geregistreerd, en tellen dus niet mee in de factsheet.
Digitale zorg stimuleren
De branchevereniging mikt op 30% minder fysieke poli met digitale zorg eind 2022. Voor het stimuleren van digitale zorg heeft de NVZ meerdere redenen:
- Patiënten en hun naasten hoeven minder vaak naar het ziekenhuis te komen;
- Zorginformatie komt door digitale gegevensuitwisseling sneller op de juiste plek;
- Consulten verlopen efficiënter waardoor er meer tijd is voor patiënten;
- Slim gebruik van data ondersteunt zowel zorgverleners als patiënten en naasten bij diagnostiek en behandeling.
Positief is volgens de branchevereniging dat er na het afschalen van coronamaatregelen (voorlopig) geen terugval lijkt te zijn in het aanbod van digitale zorg.
Beeldbellen en telemonitoring
In de factsheet is ook gekeken naar de voortgang van andere ambities die de NVZ heeft op het gebied van digitale zorg. De ambitie dat in 2022 alle ziekenhuizen beeldbellen aanbieden is al bijna gehaald: 99% van de ziekenhuizen biedt beeldbellen aan.
Rondom telemonitoring is men nog niet zo ver. Dit jaar zou elk ziekenhuizen ook minstens 1 vorm van telemonitoring moeten aanbieden, 64% doet dat daadwerkelijk (in 2019 was dit nog 58%). ‘Het is belangrijk om de inspanningen voor meer hybride zorg, waarbij fysiek en digitaal gecombineerd worden, te intensiveren’, stelt de NVZ dan ook.
Implementatiekaart telemonitoring bij COPD
Daar moet bijvoorbeeld de vernieuwde implementatiekaart Telemonitoring COPD aan bijdragen. In de kaart staan adviezen om telemonitoring van patiënten met COPD te organiseren. Belangrijke vragen waar teams antwoorden op moeten geven zijn bijvoorbeeld:
- Kies je voor telemonitoring waarbij de zorgverlener primair opvolging geeft aan de metingen, of moet de patiënt zelfstandig opvolging geven aan metingen?
- Is er 24/7 de mogelijkheid om via de applicatie met een zorgverlener te communiceren?
- Wie volgt de signalen en medische vragen van patiënten op? Bij welke klachten en bij wie moet de patiënt zich melden?
- Hoe om te gaan met spoedsituaties? De best passende werkwijze is afhankelijk van de organisatie van zorg in het ziekenhuis en in de regio. De procesplaten kunnen helpen bij het ontwerpen van het zorgpad.
- Waar kunnen patiënten en zorgverleners terecht met vragen over het gebruik van de applicatie en/of apparatuur of in geval van een storing?
- Hoe implementeren we de eisen en normen van de IGJ voor het veilig van telemonitoring? Identificeer risico’s door middel van een prospectieve risico-inventarisatie.
- Hoe verwerken we de juridische eisen? Welke aansprakelijkheidsrisico’s zijn er?
In de kaart staan ook de meest actuele bekostigingsmogelijkheden. Met de implementatietool Model Businesscase kunnen kosten en baten van telemonitoring inzichtelijk worden gemaakt.
Lees de Factsheet Digitale Zorg Juli hier. De bron van de data in de factsheet zijn de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ), 2019, 2020, 2021 en 2022, medische verrichtingenregistratie excl. umc’s. Van 3 ziekenhuizen zijn de data in de factsheet niet meegenomen.