Het is een onderwerp dat we lang niet altijd aansnijden in de gezondheidszorg: seksuele gezondheid. Het is jammer dat er nog altijd een soort taboe op rust, want cliënten kunnen er baat bij hebben als het thema op tafel komt. Denk bijvoorbeeld aan het oudere echtpaar dat vreest niet meer intiem te kunnen zijn nu de man vanwege verslechterde gezondheid in een verpleeghuis gaat wonen en zijn vrouw thuis blijft. Een verpleegkundige kan deze bezorgdheid constateren en het stel vervolgens geruststellen: ook in de nieuwe setting hebben de twee de mogelijkheid met elkaar te knuffelen.
Overzicht aandoeningen
De onlangs gepubliceerde richtlijn Veranderende seksuele gezondheid biedt verpleegkundigen en verzorgenden handvatten om het gesprek aan te gaan met cliënten. Gesprekskaarten bevatten voorbeelden van manieren om over seksuele gezondheid te beginnen, een vervolg te geven aan het gesprek en, als het nodig is, de cliënt te verwijzen. Nuttig is ook het overzicht van aandoeningen en welke seksuele veranderingen daarbij kunnen horen. De richtlijn biedt verder informatie over grensoverschrijdend gedrag, alle vormen van seksualiteit én hoe je daarover kunt praten.
Het Trimbos-instituut en Rutgers hebben de richtlijn ontwikkeld in samenwerking met V&VN en met financiering van ZonMw.
Ziekte van Huntington
Vier jaar geleden publiceerden Jacqueline de Ridder-Aanhaanen, Wilco Achterberg en Victor Chel in TvZ een artikel over seksualiteit en de ziekte van Huntington. Na onderzoek binnen het toenmalige Huntington-centrum Overduin concludeerden zij dat zorgverleners seksualiteit te weinig bespraken met patiënten. ‘De redenen hiervan zijn bijvoorbeeld angst voor het ontstaan van probleemgedrag en het ontbreken van een aanleiding om seksualiteit bespreekbaar te maken met de patiënt.’
Standaard over praten
De onderzoekers stelden vast dat zowel patiënten als zorgverleners binnen Overduin het belangrijk vonden dat seksualiteit meer onder de aandacht kwam. ‘De patiënten zijn van mening dat de verantwoordelijkheid om het onderwerp met hen te bespreken in eerste instantie bij de zorgverlener ligt, bij voorkeur is dat de arts of psycholoog. Ook vinden patiënten dat seksualiteit een standaardgespreksonderwerp dient te zijn.’ In hun artikel doen de onderzoekers aanbevelingen om te komen tot beleid omtrent seksualiteit en intimiteit.