Hulpmiddelen die niet leverbaar zijn (39 procent van de onderzoeksdeelnemers) of niet op tijd worden bezorgd (38 procent). Middelen waarvan er te weinig (11 procent) of juist te veel (8 procent) worden geleverd. Of middelen die weliswaar worden bezorgd, maar niet zijn besteld (20 procent). Dit zijn resultaten van een vragenlijstonderzoek door V&VN onder bijna 5.000 leden.
Van naalden tot blaaskatheters
Blaaskatheters, verbandmiddelen, naalden en continentiemateriaal: veel verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten hebben tijdens de zorg voor patiënten en cliënten te maken met het aanvragen, bestellen en leveren van hulpmiddelen.
Uit het onderzoek kwam naar voren dat ruim twee derde van de deelnemers (69 procent) die hulpmiddelen aanvragen, bestellen of betrokken zijn bij de levering, elke maand of vaker problemen ervaart. Van degenen die te maken hebben met spoedbestellingen, zegt 53 procent dat patiënten en cliënten in zo’n geval gemiddeld meer dan 12 uur op een hulpmiddel moeten wachten.
Schokkend
‘Dit is schokkend’, reageert V&VN-bestuurder Jaap Kappert. ‘Het is niet alleen heel onwenselijk voor patiënten en cliënten, het levert ook morele stress op bij zorgprofessionals. Het is daarom noodzakelijk dat er meteen maatregelen worden genomen, zoals een landelijke spoedlijn en een centraal meldpunt.’
Oorzaken
De meeste problemen bij het aanvragen of bestellen van hulpmiddelen komen voort uit moeizaam contact met de leverancier (47 procent van de ondervraagden). Onduidelijkheid over welke leverancier afspraken heeft met de zorgverzekeraar van een patiënt of cliënt (32 procent) wordt ook vaak genoemd. Hetzelfde geldt voor het regelen van een handtekening van een bevoegde voorschrijver (20 procent).