Telemonitoring gaat over het volgen van de gezondheidssituatie van een patiënt, waarbij de patiënt zelfmetingen doet en die deelt met een zorgprofessional volgens een afgesproken beleid. De inzet hiervan neemt toe. In sommige gevallen gaat het om telemonitoring bij patiënten die vervroegd worden ontslagen uit het ziekenhuis, of om ziekenhuiszorg die in de thuissituatie wordt geleverd. In andere gevallen gaat het om telemonitoring bij chronische patiënten.
Verantwoorde telemonitoring
Op dit moment is het zowel voor patiënten, wijkverpleegkundigen als huisartsen vaak onduidelijk wie het aanspreekpunt is voor de patiënt, wie welke verantwoordelijkheden heeft en hoe zorgprofessionals onderling moeten afstemmen. Daarom zijn goede afspraken tussen de eerste en tweede lijn onmisbaar. V&VN en LHV namen in de position paper op wat er nodig is om telemonitoring verantwoord in te zetten bij patiënten thuis.
Duidelijke afspraken
Voor de betrokken zorgprofessionals is het belangrijk dat zij onderling duidelijke afspraken maken over wie de hoofd-/regiebehandelaar is, wie waarvoor medisch verantwoordelijk is en wie de uitkomsten van de zelfmetingen monitort. Ook de zorgprofessionals die tijdens de avond-, nacht- en weekenduren werken moeten daarvan op de hoogte zijn.
Effectief, betrouwbaar en veilig
De gebruikte technologie voor telemonitoring moet bewezen effectief, betrouwbaar en gebruiksvriendelijk zijn voor alle gebruikers. Daarnaast moet de technologie het overschrijden van kritische waarden kunnen signaleren. De telemonitoring moet ook goed te integreren zijn in bestaande werkprocessen en niet leiden tot extra administratieve lasten. Ook is de privacy en veiligheid van persoons- en meetgegevens gegarandeerd.
Gezamenlijk besluit
Voor wat betreft de betrokkenheid van de patiënt is het belangrijk dat de inzet van telemonitoring een gezamenlijk besluit is van de patiënt en de zorgprofessional(s). Tussen de patiënt en de verantwoordelijke zorgprofessional bestaan duidelijke afspraken over de manier waarop ze contact met elkaar hebben als kritische waarden worden onder- of overschreden. Ook moet de patiënt (en eventuele naasten) weten wat hij of zij moet doen bij (acute) medische, verpleegkundige of technische vragen. Bovendien is het belangrijk dat de patiënt (en eventuele naasten) duidelijke en begrijpelijke informatie en instructies ontvangen.
Bron: LHV en V&VN
Lees meer over telemonitoring in de thuissituatie op de site van LHV en V&VN
