De meest voorkomende vorm van agressie is schreeuwen en schelden (86 procent), gevolgd door fysieke vormen van agressie, zoals slaan (32 procent), schoppen (22 procent) en bijten (14 procent). In 20 procent van de gevallen ging het om spugen en in 28 procent van de gevallen werden er (doods)bedreigingen geuit. Opvallend is dat 38 procent van de zorgmedewerkers denkt dat dit bij hun werk hoort. Bijna een kwart van de respondenten heeft dan ook overwogen om het vak te verlaten vanwege agressie.
Niet afwachten
Van de ondervraagden geeft 62 procent aan dat er op hun werkplek voldoende manieren zijn om alarm te slaan in een bedreigende situatie. Ook heeft 64 procent van de zorgprofessionals het gevoel dat hun werkgever voldoende naar ze luistert als het gaat om agressie. Toch vindt 42 procent van hen dat er onvoldoende wordt gedaan met hun suggesties voor verbetering. Als maatregelen om agressie aan te pakken noemen ze bijvoorbeeld de inzet van voldoende geschoold personeel, een goed werkend alarmsysteem en helder beleid. Werkgevers moeten dus niet afwachten tot het écht uit de hand loopt, maar direct actie ondernemen. Dat was ook de oproep van een adviseur en trainer omgaan met agressie in het artikel ‘Werkgever, kijk niet weg’, dat vorig jaar verscheen in het Dossier Agressie in TVZ.
Te weinig trainingen
Ook V&VN Ambulancezorg hield een peiling over ervaringen met agressie tijdens het werk. Hieruit komt naar voren dat 64 procent van de ambulancemedewerkers vorig jaar minstens één keer te maken had met verbale en/of fysieke agressie. Ruim de helft had er één tot vijf keer mee te maken. Bijna de helft van de ondervraagden (47 procent) geeft aan dat de werkgever geen de-escalatie- of agressietraining aanbiedt. Een kwart geeft aan dat er te weinig van dit soort trainingen zijn. Wel wordt er over incidenten gesproken: zestig procent van de ondervraagden geeft aan dat agressie weleens is besproken, volgens een kwart gebeurt dit regelmatig.